Taal-Leesportfolio

Praten over boeken

Groep 1/2 

Boekenkring 

De leerlingen vertellen regelmatig in de kring over een ‘gelezen’ boek uit de boekenkist. Ze laten het (prenten)boek zien en vertellen de andere kinderen over wie het boek gaat en welke plaat ze het meest aanspreekt en waarom. Dit doen ze met ondersteuning van de leerkracht. De leerlingen krijgen regelmatig een versje aangeleerd. Dit kunnen de leerlingen vervolgens met de klas hardop herhalen.  

 

Groep 3 

Dit ben ik doos – vertel iets over jezelf 

De leerlingen stoppen thuis spulletjes in een doos. Al deze spullen hebben te maken met zichzelf. Denk aan; knuffel, babyfoto, attribuut van hun hobby, favoriete speelgoed enz. De leerlingen vertellen hierover aan de hand van de spulletjes die uit de doos komen. De leerkracht ondersteunt bij het voordragen.  

Voorlezen op de leestroon 

In groep 3 wordt van de juffenkruk een leestroon gemaakt. Als een echte koning/koningin/prins/prinses mag elke leerling voorlezen uit een zelfgekozen boekje dat ze kunnen lezen. Dit mag een boekje uit de klas zijn of een boekje wat ze thuis aan het lezen zijn. De leerkracht houdt bij welke leerlingen er geweest zijn. Het is geen verplichting, de leerkracht stimuleert de leerlingen om allemaal een keer op de troon te hebben voorgelezen.  

 

Groep 4 

Gedicht voordragen 

De leerlingen krijgen les in het maken van een elfje. Wat is een elfje, hoe bouw je een elfje op. De leerlingen oefenen met het maken van een elfje. Hebben ze een mooi elfje gemaakt gaan ze deze netjes schrijven en versieren. Ze oefenen het elfje, eventueel mag dit ook thuis. Daarna dragen ze een voor een het elfje voor aan de hele klas.  

Boekbespreking – kring 

De leerlingen kiezen allemaal een boek dat ze thuis of op school hebben gelezen. Hierover gaan ze in de kring vertellen. Ze benoemen de titel, de schrijver, tekenaar, hoofdpersonen en vertellen kort waar het boek over gaat. Dit doen ze met ondersteuning van de leerkracht. 

 

Groep 5 

Gedicht voordragen 

De leerlingen luisteren tijdens een les naar gedichten. De leerkracht bereidt zelf een gedicht voor om voor te dragen. De leerlingen bereiden daarna een gedicht (thuis of op school) voor van 8 à 10 zinnen. In de klas is er genoeg tijd en ruimte om het gedicht voor te bereiden en/of uit te zoeken. Ze mogen zelf een gedicht maken of er een kiezen uit een gedichtenbundel. In de klas zorgt de leerkracht voor gedichtenbundels. Het gedicht wordt voorgedragen voor de klas.  

Boekbespreking – boekentas 

Alle leerlingen krijgen een papieren tas mee naar huis. Ze bereiden hun boekbespreking voor aan de hand van de tas. Het boek gaat in de tas en daarbij kunnen nog 1, 2 of 3 voorwerpen gestopt worden die te maken hebben met het boek. De buitenkant wordt versierd, deze versiering moet passen bij het boek waarover ze in de klas gaan vertellen. Op het tasje staat in elk geval de titel, de schrijver en de naam van de leerling en versieringen die bij het boek passen. Tijdens de boekbespreking vertellen de leerlingen voor de klas aan de hand van de boekentas.  

 

Groep 6 

PowerPoint 

De leerlingen krijgen in de klas les over het maken van een PowerPoint. Ze weten hoe ze PowerPoint kunnen gebruiken en hoe ze een plaatje kunnen invoegen. De leerlingen krijgen de mogelijkheid om PowerPoint te gebruiken bij hun spreekbeurt en boekbespreking, dit is niet verplicht. De leerlingen krijgen de mogelijkheid om hun PowerPoint op school te maken als ze hier thuis geen mogelijkheden voor hebben.  

Boekbespreking 

De leerlingen bereiden thuis een boekbespreking voor aan de hand van het stappenplan ‘hoe maak ik een boekbespreking’.  

Spreekbeurt  

De leerlingen bereiden thuis een spreekbeurt voor over een zelfgekozen onderwerp aan de hand van het stappenplan ‘hoe maak ik een spreekbeurt’.  

 

Groep 7 

Boekbespreking 

De leerlingen bereiden thuis een boekbespreking voor.  

Spreekbeurt 

De leerlingen bereiden thuis een spreekbeurt voor over een zelfgekozen onderwerp.  

 

Groep 8 

Boekbespreking 

De leerlingen bereiden thuis een boekbespreking voor.  

Spreekbeurt 

De leerlingen bereiden thuis een spreekbeurt voor over een zelfgekozen onderwerp.  

Werkstuk – eigen onderwerp  

De leerlingen maken een werkstuk over een historisch figuur.